Onze Vituskerk kent vele bezienswaardigheden die elke kerkganger met eigen ogen kan waarnemen. Er is echter één uitzondering: het altaartapijt! Dit fraaie stuk handenarbeid van 6,80 bij 5,20 siert al sinds 1912 het priesterkoor en omdat het uiteraard op de grond ligt, is het vanuit de kerk bijna niet zichtbaar.
Het kunstwerk werd vervaardigd door tien dames van de “Parochiële Kerkwerkvereeniging” die ruim drie jaar nodig hadden om het te voltooien, namelijk van 1909 tot 1912. Toen de toenmalige pastoor Hofman op 15 augustus 1909 zijn veertigjarig priesterjubileum vierde, konden belangstellende parochianen het gereedgekomen derde deel bewonderen.
De ontwerper van het tapijt was de kunstzinnige rector H.B. Poppe uit Denekamp. Het tapijt, dat uit acht delen bestaat, is uitgevoerd in kruissteek. Op het tapijt is symbolisch het leven van de christenmens uitgebeeld, zoals dat vanuit de bijbel tot ons komt.
In de breedte zijn de drie goddelijke deugden uitgebeeld: Fides, Spes, Charitas (geloof, hoop en liefde).
In de lengte zijn de vier zedelijke deugden uitgebeeld: Justitia, Fortitudo, Prudentia en Temperantia (rechtvaardigheid, sterkte, voorzichtigheid en matigheid).
In de vier buitenste cirkels zijn uitgebeeld: de roos, de zonnebloem, de lelie en de passiebloem, met de latijnse tekst: “Tollite jugum meum super vos et discite a me, quia mitis sum et humilis Corde, et invenietis requim animabus vestris, et jugum meum suave est et onus meum leve“.
Vertaald luidt dat: “Neem mij juk op uw schouders en leer van Mij; Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mij juk is zacht en mijn last is licht” (Matteüs 11, 29-30).
In de groene rand tenslotte zijn in latijnse tekst de acht zaligheden verwoord: