13-03-2025
U hebt het vast al eens gehoord: in dit Jubeljaar 2025 kunt u een volle aflaat krijgen. Die is te verkrijgen in een speciaal aangewezen kerk of kapel: één van de vier basilieken in Rome, of één van de vijf jubileumplaatsen in ons bisdom Haarlem-Amsterdam. Maar wat is nu precies de waarde van een volle aflaat? Wat kun je er mee?
Voordat we bekijken wat een aflaat is, is het goed om te bekijken wat een aflaat niet is. Voor velen is een aflaat een vaag begrip. Voor anderen heeft het zelfs een negatieve klank. De handel in aflaten was één van de belangrijkste redenen waardoor het protestantisme ontstond. Maarten Luther kwam in 1517 in een heftig conflict met zijn collega-monnik Johann Tetzel. Tetzel verkocht aflaten voor overledenen om hun tijd in het vagevuur te verkorten.
In de Middeleeuwen was de hel het grootste schrikbeeld dat je je kon voorstellen. Daardoor ontstond een wijdverbreide handel in aflaten. Met de opbrengst van aflatenhandel financierde de Kerk de bouw van kerken en abdijen. Een professionele ‘vergever’ die was aangesteld door de paus verkocht aflaten. De foto hiernaast toont de pauselijke toestemming van Paus Clemens IV in 1265 voor de verkoop van aflaten voor de bouw van de Dom in Utrecht.
De pauselijke vergevers gingen echter vaak hun boekje te buiten. Ze spiegelden het volk voor dat een ziel van een overledene voor het juiste bedrag zelfs kon worden vrijgekocht uit de hel. Een aflaat die werd verkocht voor een kerkwijding betekende bijvoorbeeld een jaar minder verblijf in het vagevuur. Sommige ‘vergevers’ vervalsten documenten, zodat tegen betaling honderden of zelfs duizenden jaren vagevuur werd vermeden. In 1392 veroordeelde Paus Bonifatius IX deze praktijk. Hij zette de bisschop van Ferrara af toen deze geld eiste van eenvoudige gelovigen door ze geluk in het leven en het hiernamaals te beloven.
Het is natuurlijk duidelijk dat het verkopen van aflaten voor geld op geen enkele manier meer strookt met de oorspronkelijke bedoeling van vergeving. Paus Bonifatius IX was niet de enige die de verkoop van aflaten veroordeelde. Toch bleef de praktijk van de aflatenhandel hardnekkig. In 1517 spijkerde Luther zijn 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg. Het protestantisme veroordeelde de handel in aflaten spijkerhard: “de aflaten zijn een ontheiliging van het bloed van Christus, een grap van de satan, waarmee ze het volk weghouden van Gods genade en van het leven dat in Christus is, en van de ware weg tot de zaligheid afbrengen” (Calvijn). Het Concilie van Trente in 1562 bepaalde vanwege het misbruik dat aflaten niet meer verkocht konden worden. De aflaatpredikers werden ontslagen.
Maar het is dus nu nog steeds mogelijk om een aflaat te krijgen. Wat betekent dat vandaag de dag? De aflaat hoort bij het sacrament van boete en verzoening. Het heeft een relatie met de uitspraak van Jezus tegen Petrus, als hij Petrus de sleutels van het Rijk van God geeft (Mt 16,19): “Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn”.
De Kerk kreeg in de persoon van Petrus de macht om schuld te vergeven bij oprecht berouw. Deze macht gaat van Petrus over op zijn opvolgers, de herders van de Kerk. De macht om schuld te vergeven vormt de basis voor het sacrament van de biecht. In het vroege christendom was het sacrament van boete en verzoening behoorlijk ingrijpend. Als je ernstige zonden had gedaan, moest je dat voor de volle kerk opbiechten. Dat heette ‘openbare boetedoening’. Je kunt je voorstellen dat dit een geweldig hoge drempel was voor veel mensen. Na het opbiechten bepaalde de bisschop de penitentie (‘straf’). Je mocht niet ter communie totdat de bisschop je met een publieke ceremonie op Witte Donderdag weer in de Kerk opnam.
Al snel bleek dat veel mensen zich vanwege schaamte zich er niet toe konden zetten om in het openbaar hun zonde op te biechten. In de vroege Middeleeuwen ontstond daarom een alternatieve methode. Daar komt de aflaat uit voort. Je kon door goede werken, een periode van vasten, een bedevaart of het bidden van psalmen ook vergeving krijgen, zonder dat je in het openbaar in de gemeenschap moest biechten. De kerkleiding stelde registers op welke goede werken als penitentie hoorden bij welke zonde. Als je voldeed aan de juiste penitentie, betekende dat automatisch een aflaat. Het doel van die penitentie was altijd om de geest van de persoon te richten op Christus, en om het kwaad dat is ontstaan als gevolg van de zonde zoveel mogelijk goed te maken.
Er zijn twee vormen van aflaten: de ‘gewone’ aflaat is een gevolg van het sacrament van vergeving. Die aflaat wist de persoonlijke schuld uit voor een zonde die verder gaat dan een dagelijkse zonde. Een ‘volle’ aflaat gaat nog verder. Ook de gevolgen van de zonde verdwijnen als sneeuw voor de zon. Je zou kunnen zeggen dat God u beschouwt in de staat vóórdat u ernstig de fout inging. De schade die het kwaad heeft aangericht in de ziel, wordt hersteld. Dat geldt voor de morele schade: uiteraard wordt een moord niet ongedaan gemaakt. Een aflaat kan niet worden gekocht met geld. Zo werkt het niet! Alleen de juiste goede geestelijke intentie en goede werken leidt tot een aflaat. Het gaat niet om financiële transactie, maar om een morele bekering bij oprecht berouw.
In ons dekenaat kunt u een volle aflaat krijgen in de Vitus. Dat is natuurlijk geen papiertje of diploma. U kunt het zien als een stempel op uw ziel. De voorwaarden voor zo’n volle aflaat zijn:
4. Voorwaarden voor een volle aflaat
De bisschop heeft dit jaar Missionarissen van de barmhartigheid aangewezen. Zij hebben de taak om Gods barmhartigheid te brengen, vooral aan de mensen die deze barmhartigheid bijzonder nodig hebben. De Missionarissen van de barmhartigheid in ons bisdom zijn: