Het begon met 3 klokken
Al in 1909 hingen er in de machtige toren drie klokken, waarvan er twee geschonken zijn door de toenmalige pastoor J. Th. Hofman vanwege zijn veertigjarig priesterjubileum en één door een jubilerend echtpaar uit de parochie. De kosten bedroegen € 1.361,- (f. 3000,-). Op maandagmiddag 26 juli 1909 werden ze plechtig ingewijd.
Maar al spoedig bleek dat de nieuwe klokken, gegoten door de firma Petit & Fritsen te Aarle-Rixtel, niet aan de gestelde verwachtingen voldeden. In plaats van het strelen der oren door welluidende klanken wekten ze door hun harde slagen alleen maar ergenis bij de dorps-bewoners. Daarom gaf de opvolger van pastoor Hofman, pastoor R. van den Hengel, in 1913 aan Petit en Fritsen de opdracht tot het gieten van vier nieuwe klokken die als hoofdtonen Cis, E, Fis en Gis hadden.
In 1914 werden het 4 klokken
Op 5 maart 1914 werden de klokken plechtig ingewijd en op 9 maart luidden ze met succes proef. Het handmatig luiden van deze vier zware klokken vergde uiteraard veel van de klokkenluiders. Daarom werd besloten het luiden te mechaniseren. Er werden in 1939 vier elektro-motoren aangebracht. Helaas werden de de vier klokken in de oorlogsjaren 1940-1945, zoals zoveel klokken in ons land, door de Duitsers uit de toren verwijderd en omgesmolten tot oorlogstuig!
Na de oorlog kwamen er vijf klokken
Na de oorlog werd door pastoor H.F. Frank besloten tot aanschaf van vijf nieuwe klokken, één meer dan voorheen. De opdracht werd verleend aan Klokkengieterij Van Bergen te Heiligerlee. Op 7 september 1947 werden ze plechtig ingewijd door de vicaris-generaal van het aartsbisdom Utrecht, mgr. D. Huurdeman. De vijf klokken wegen in totaal maar liefst 5955 kilo. Ze hebben alle vijf een naam, te beginnen bij de zwaarste:
De klokken hangen welliswaar beschut in de toren, echter de tand des tijds heeft de klokkenstoel behoorlijk in zijn stevigheid aangetast. Bij de torenrestauratie in 2003/2004 is de klokkenstoel volledig vervangen en geschikt gemaakt voor 6 luidklokken.
Bij de restauratie in 2004 werd een 6e klok toegevoegd
Ter gelegenheid van de grote restauratie is het gelui van de Vitustoren in 2004 uitgebreid met een zesde klok die de naam CLARA draagt en oorspronkelijk afkomstig is uit de Franciscuskerk te Groningen. (Zie ook: Doopceel van Clara)
CLARA wordt de kleinste klok in de Vitustoren is gestemd in Ais(Bes), weegt 400 kg , heeft een diameter van 84 cm en een hoogte van 80 cm. CLARA (1949) is evenals de overige vijf klokken (1947) gegoten bij Van Bergen in Heiligerlee.
Tijdens de restauratie van de toren werden de drie oude ijzeren klokkenstoelen waarin 5 luidklokken hingen geheel verwijderd en als oud roest afgevoerd. De 5 luidklokken stonden toen los op de vloer van de luidzolder in afwachting van de nieuwe klokkenstoel.
Er is nu één grote nieuwe klokkenstoel bestemd voor 6 klokken. Toine Daelmans uit Stiphout heeft de nieuwe klokkenstoel ontworpen. De klokken hangen nu in twee rijen boven elkaar, de 3 lichtste klokken boven en de 3 zwaarste klokken beneden.
Alle klokken luiden in de richting Oost-West met vallende klepel, alle luidassen zijn dus al krukas uitgevoerd. De luidmotoren zijn in de klokkenstoel direct onder de klokken geplaatst.
Het complete gelui van de Vitustoren bestaat dus uit de volgende klokken:
Vitus, toon C1 gewicht 2250 kg diameter 152 cm
Henricus, toon D gewicht 1600 kg diameter 135 cm
Theodorus, toon F gewicht 955 kg diameter 113 cm
Gregorius, toon G gewicht 675 kg diameter 101 cm
Maria, toon A gewicht 475 kg diameter 90 cm
Clara, toon Ais gewicht 400 kg diameter 84 cm
Gezamenlijk wegen de 6 klokken 6355 kg.
De aankoop van Clara werd mogelijk gemaakt door enkele gulle sponsors en is niet ten laste gekomen van de restauratiebegroting.
De klokken dragen de, door de dichter Gabriël Smit gemaakte, volgende randschriften:
Vitus:
Herboren na een fiere strijd aan Vitus’ erfdeel toegewijd,
Roep ik, gezegend met zijn naam, In vrede zijn getrouwen saam.
Henricus:
Henricus heet ik, naar een vorst die in Gods naam regeren dorst.
Een herder, hunkerend naar zijn Licht, roept u door mij tot heil’ge plicht.
Theodorus:
Een oude herder, trouw in al zijn werken, herleeft in mijn doopnaam, Theodoor.
Getrouw als hij, roep ik u blij ter kerke en duidt u met mijn stem het blijde hemelkoor.
Gregorius:
Gregorius heet ik, eens gegeven, uit dank voor liefde en geluk.
Ik zweeg door haat en oorlogsdruk, doch liefde deed mij blij herleven.
Maria:
De stem der kind’ren kroont het bronzen koor, Maria, in uw naam ga ik hen voor, Uw liefde klinke eeuwig in mij door.
Clara:
“Van Bergen Heiligerlee – Jongerius Amersfoort – 1949”
CLARA
“HOSTES . INSIDIANTES . VOCE . MEA . LONGE . REPELLO .”
(vijandige belagers weer ik af door mijn klank)